Radiozendamateurisme

Mijn belangstelling voor het radio zendamateurisme is per toeval ontstaan. In de periode dat ik net op kamers woonde ik in Zeist, woonde mijn vriendin en latere vrouw Lily op een paar honderd meter afstand. Op visite bij een neef van haar zag ik een paar walkie talkies liggen. Dat leek me wel handig om de afstand tussen onze kamers te overbruggen, want telefoon hadden we niet. Ik kocht de 27mc walkie talkies van haar neef en bij terugkomst in Zeist besloot ik ze meteen maar even uit te proberen. Huisgenoot Frans Schrijer ging met een exemplaar door Zeist lopen terwijl ik met de andere portofoon op mijn kamer achterbleef om op een plattegrond het bereik te noteren. Tot onze stomme verbazing hoorden we plotseling stemmen door ons gesprek komen. Frans schrok en kwam meteen terug naar huis. Volgens Frans waren we onderschept door de Politie. Voorzichtigheid was geboden want 27 mc was toen nog illegaal. Met gevoel voor sensatie vertelden we het verhaal tijdens het avondeten aan de andere huisgenoten. Die wilden de stemmen uiteraard ook wel eens horen. Toen ik desgevraagd de portofoontjes inschakelde, was er echter niets te horen. Ons verhaal werd dan ook niet geloofd en afgedaan als “sterk verhaal”. Ik besloot een van de walkie talkies op mij nachtkastje te zetten, in de hoop dat er toch weer stemmen uit zouden komen. Uiteindelijk was dat het geval. Even na middernacht kreeg ik contact met een mysterieus persoon, die mij vertelde dat hij lid was van een vereniging van 27 mc hobbyisten. Hij was bereid me te ontmoeten en zijn apparatuur te tonen. De laatste zin van het gesprek viel weg in de ruis. Ik maakte er uit op dat ik donderdagavond om 19.00 uur naar een of ander paleis in de buurt van V&D in het centrum van Zeist zou moeten komen en dat ik daar een man met een zwarte hand tegen zou komen. Ik was vastbesloten om er naar toe te gaan. Toen ik mijn DSM collega’s over het gesprek vertelde, maakten ze mij er op attent dat in de buurt van V&D geen paleis ligt. Mogelijk bedoelde de man het Slot in Zeist, maar dat ligt niet in de buurt van V&D. Uiteindelijk kwam iemand met de oplossing. De man zou wel eens het rijwielpaleis bedoeld kunnen hebben. Doordat de verbinding nogal gestoord was, vielen er wel eens delen van woorden weg.

Ik besloot die donderdag dan ook naar de rijwielwinkel op de 1ste Hogeweg in Zeist te gaan. Het was miezerig weer en een beetje mistig. Het weer wat vaak te zien is in griezelfilms. Voor de etalage van de zaak stond een klein kaal mannetje met een grote zwarte hond. Ik vertrouwde het niet helemaal, en ik vroeg me af of dit wel degene was die ik gesproken had. Plotseling realiseerde ik me dat ik op zoek was naar iemand met een zwarte hand, maar dat ik dat net als andere delen van de conversatie verkeerd had verstaan, en dat zwarte hand wellicht zwarte hond moest zijn. Na nog even getwijfeld te hebben besloot ik toch maar op de man af te stappen. Het was vooral de hond die mij angst in boezemde. Toen ik de man aansprak wekte deze de indruk zich ook niet op zijn gemak te voelen. Achteraf bleek dat hij het vermoeden had dat ik bij de Radio Controle Dienst werkte, en hem erin wilde luizen. Uiteindelijk kwam het gesprek toch op gang. Hij nodigde me uit om mee naar zijn woning te gaan, om zijn zender te bekijken. In een van de keukenkastjes was een apparaat ingebouwd ter grootte van een autoradio. Ik was enigszins teleurgesteld omdat ik veel grotere apparatuur had verwacht. Ik kreeg echter te horen dat het bereik van de zender niet door de afmetingen werd bepaald, maar meer door de antenne. Verder vertelde hij me de basisbeginselen van zijn hobby, onder andere dat 27 mc-ers codenamen gebruiken. Zijn echte naam was Frans, maar tijdens de uitzendingen werd hij Papa Sierra genoemd. Verder vertelde hij mij dat de voorzitter van de club Papa Kilo heet en de tijden dat ik het beste kon proberen om verbinding met hun te krijgen. Daarbij zou het wel te overwegen zijn om de portofoon in te ruilen tegen een grotere zender. Die zou te koop zijn bij een electronica zaak in het centrum van Utrecht (Radio Contact of iets dergelijks). Ik volgde zijn advies op en kocht bij een zaak in Utrecht een 27 mc. set van het merk Skyphone. Het was een 12 volt apparaat ter grootte van een autoradio. Voor gebruik in de auto kocht ik een antenne die op een vernuftige manier tussen het autoraam geklemd moest worden. Op mijn kamer in Zeist bouwde ik de zender in een kastje van mijn antieke bureau. Een vrij lange fiberglasantenne werd door een huisgenoot aan de dakgoot vastgemaakt. Als codenaam koos ik voor Victor Alfa.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Bureaukast.jpg

Gezien het clandestiene karakter van de hobby moest dit alles in het geniep gebeuren. Toen de huisbaas er een poos later achter kwam dat er gaten in het kozijn waren geboord en dat er een illegale zender in huis was, waren de rapen gaar. Op straffe van huisuitzetting moest ik de zender en de antenne direct verwijderen. Het hobbygebeuren kon vanaf dat moment alleen nog maar uit de auto plaatsvinden. Toen ik op een regenachtige dag de raamantenne een keer verkeerd bevestigde, betekende dat het einde van mijn Skyphone zender.

De voorzitter van de 27mc club in Zeist was een gepensioneerde beroepsmilitair die het deed voorkomen dat de hobby legaal was. Hij maakte voor ieder nieuw lid een pasje dat er best wel professioneel uitzag. Hij beweerde dat bij een eventuele controle het tonen van het pasje een vrijbrief zou zijn.

Na mijn trouwen in 1973 kocht ik een Pony zend/ontvanger met 22 kanalen. Het apparaat zag er in vergelijking met de eerdere zender indrukwekkend uit. Het kreeg een mooie plek in ons moderne wandmeubel. Omdat we op de bovenste verdieping van een flat woonde, verbeterde ook het bereik van de zender. Dit echter helaas alleen in zuidelijke richting omdat de antenne aan de balustrade van het balkon bevestigd was. De Pony zender heb ik in 1974 ingeruild op mijn eerste motorfiets

In datzelfde jaar kwam ik per toeval in aanraking met een “echte” radioamateur. De man had een vergunning van de PTT en mocht zodoende legaal uitzenden op meerdere korte golf banden. Hij maakte radioverbindingen met de verste uithoeken van de wereld. Een groot deel van de door hem gebruikte apparatuur had hij zelf gebouwd. Ik was enorm onder de indruk en door mijn enthousiasme was ik vastbesloten om ook een vergunning te gaan aanvragen. Om voor zo’n vergunning in aanmerking te komen, moesten er echter meerdere examens worden afgelegd. Toen de man mij zijn studieboeken en de examenstof liet zien, was mijn teleurstelling groot. Zonder vooropleiding op het gebied van electronica was er bijna geen beginnen aan. De man gaf mij het advies om lid te worden van de Vereniging voor Experimenteel Radio Onderzoek (VERON), en daar de benodigde examenliteratuur te kopen. Bovendien zou ik dan via het verenigingstijdschrift Electron op de hoogte blijven van de ontwikkelingen. Bij de VERON bestelde ik het ARRL handbook. Dit standaardwerk van de Amerikaanse vereniging voor Radioamateurs (American Radio Relay League) werd beschouwd als de bijbel voor radioamateurs. Iedere vrije minuut las ik in het boek, aanvankelijk zonder er ook maar iets van te begrijpen. Hoewel ik er eigenlijk nog niet aan toe was schreef ik me na één jaar in voor het C examen in Den Haag.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Veron-logo.png

De C machtiging was op dat moment (1975) de laagste machtiging. Hiermee mocht op de 2 meterband (144 – 146 Mhz) en op de 70 cm. band (432 – 434 Mhz) worden uitgezonden. Als het examen met goed gevolg werd afgelegd, kreeg men een z.g. call bestaande uit een prefix (PA0) die het land aangaf, gevolgd door 3 letters die zelf gekozen mochten worden. Het was het laatste examen dat recht gaf op een PA0 call. Het jaar erna zou een nieuw systeem worden ingevoerd, waardoor iemand met een C machtiging een PE1 call zou krijgen. Ik wilde persé slagen voor het examen omdat ik gebrand was op die PA0 call met zelf te kiezen letters. Helaas lukte dat niet. Het examen bestond uit 2 gedeeltes, radiotechniek en wetskennis. Van dat laatste onderdeel mocht er geen enkele vraag fout beantwoord worden. Voor het onderdeel radiotechniek haalde ik voldoende punten. De laatste vraag van het onderdeel wetkennis beantwoorde ik (stom genoeg) foutief, terwijl ik het juiste antwoord wist. Ik vond namelijk dat de vraag niet klopte. De vraag luidde: “Mag een in Suriname gelicenceerd radio-amateur in Nederland van uw apparatuur gebruik maken”. Onder het motto “dat maak ik zelf wel uit wie van mijn apparatuur gebruik maakt” beantwoordde ik de vraag bewust met “Nee”. Ik was er van overtuigd dat men vergeten was aan de vraag de tekst “van de minister van Verkeer & Waterstaat” toe te voegen.

Deze balorigheid kostte mij de PA0 call. Mijn protest werd niet gehonoreerd omdat volgens het examenreglement niet gecorrespondeerd kon worden over de uitslag. Het jaar erna lukte het wel. Ik kreeg de call PE1ADL waarmee ik kon gaan uitzenden op de 2 meter band. Eerst moet er echter nog een zend/ontvanger en een antenne aangeschaft worden. Bij de firma Keijzer in Amsterdam kocht ik een ICOM IC211E ontvanger, in die tijd de Mercedes onder de 2 meter apparatuur. Het was een prachtig vormgegeven apparaat met een digitale frequentie uitlezing. De antenne werd een 11 elements yagi die boven op een 3 delige klimmast van 9 meter hoog werd geplaatst. Voor dat huzarenstukje zorgden Siger Mulder (PA0SLM), Rien Bakker (PA0RBA) uit Nieuwegein en René van Pol (PA0RPL) uit Utrecht.

Radio- en electronicazaken

Het vinden van radio- en electronicazaken was begin jaren 70 een probleem op zichzelf. Er was in die jaren nog geen internet en men was afhankelijk van advertenties is tijdschriften. Ik had geen geld voor een abonnement op electronicatijdschriften, maar kocht af en toe wel eens een los nummer. Het zoeken naar zo’n winkel leverde nog wat bijkomende problemen op. Navigatie bestond ook nog niet en omdat ik nog niet zo lang in de provincie Utrecht woonde koste het met veel moeite om een winkel te vinden. Van de eerste winkel waar ik naar op zoek ging herinner ik me dat die aan het begin van de de Amsterdamsestraatweg lag. Volgens mij was de naam Van Well. Een andere winkel waar ik lang naar moest zoeken was Radio Rotor in Den Dolder. Ik weet 50 jaar later zelfs nog het adres: Marterlaan 4. Aan Radio Keijzer in Amsterdam heb ik ook nog vage herinneringen. De reis naar de Kinkerstraat in Amsterdam was voor mij al spannend genoeg. Ik was het verkeer in Limburg gewend en vond het een heksentoer om in centrum Amsterdam de weg te vinden. Trams waren we in Limburg niet gewend. Ik herinner me dat de zaak gevestigd was op de eerste verdieping van een groot woonhuis. De verkoper zat achter een korte golf zender en schonk weinig aandacht aan mij. Hij was meer met zijn radioverbinding bezig en verkoop was kennelijk bijzaak. Meer dan 50 jaar later ben ik op internet gaan zoeken naar de zaak. Frappant genoeg vind ik in de KInkerstraat nu Radio Rotor. Mogelijk dat Radio Keijzer (of Keizer) en Radio Rotor in verband met elkaar staan. Ik zou het leuk vinden als iemand die hier iets meer van weet op deze pagina zou willen reageren.

In een latere periode kocht ik vaker bij een elektrozaak in het centrum van Utrecht. Volgens mij op de Predikherenstraat. Van die winkel ben ik ook de naam vergeten.

Samen met de inmiddels overleden plaatsgenoot Cees van Tilburg (PA0MIA) ben ik een jaar later in Fort de Gagel morselessen gaan volgen. Om in aanmerking te komen voor de A machtiging moest een morse examen worden afgelegd. Ik wilde die A machtiging graag hebben omdat daarmee uitgezonden mocht worden op de 10, 15, 20, 40 en 80 meterbanden. Hierdoor zou het mogelijk worden om alle uithoeken van de wereld te bereiken. Het leslokaal in de kelderruimte van het fort was niet bepaald comfortabel. Om die reden besloot ik om de morsecursus op cassettetape van de Duitse vereniging DARC aan te schaffen. Fanatiek als ik was liep ik de hele dag met een piepende draagbare cassetterecorder rond. Het morse examen dat ik samen met de voormalige bassist van de popgroep Unit Gloria aflegde, leverde niet veel problemen op.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Antenne.jpg

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Heathkit-Morse-1024x631.jpg

Ik slaagde en ruilde de call PE1ADL in voor PA3ADZ. Zoals een goed radioamateur betaamt, moest er natuurlijk ook zelf gebouwd worden. Ik besloot te starten met een bouwpakket en koos voor de 2 watt HW-8 transceiver van de firma Heathkit. Hoewel er niet zoveel mis mee kon gaan werd het apparaat door de Radio Controle Dienst afgekeurd. Ik deed nog een aantal pogingen om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen, maar uiteindelijk heb ik besloten om een kant-en-klare zend/ontvanger te kopen. Dit vooral ook omdat met de HW-8 alleen in morse uitgezonden kon worden. Bij de firma Schaart in Katwijk kocht ik een gebruikte Kenwood TS 520 zendontvanger.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is HW8kit.jpg
Heathkit HW-8 bouwkit

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is HW8-bovenkant.jpg

Voor het uitzenden op de korte golf is een speciale antenne nodig. Het antenneprobleem werd opgelost door vanaf de bovenkant van mijn antennemast een draadantenne van 40 meter in de tuin te spannen. Met hulp van Siger Mulder (PA0SLM) begon ik alle mogelijke zaken zelf te bouwen. Wat me het meest is bijgebleven is de zelfbouw van een zogenaamde call generator. De schakeling moest met een door mijzelf in te stellen interval mijn callsign (PA3ADZ) in morsepiepjes genereren. Hierdoor kon de verplichting worden omzeild om minimaal één keer in de 5 minuten je roepnaam te noemen. Ik kreeg van Siger een PROM (Programmable read-only memory) die als hart van de schakeling moest dienen. Tevens mocht ik een weekend een dure programmer lenen die Siger van zijn werk had meegebracht. Op zaterdag schreef ik een heel schrijfblok vol met enen en nullen die in de adresregisters moesten worden ingevoerd. Op zondagmorgen startte ik met programmeren. Dit moest uiterst zorgvuldig gebeuren. Eén verkeerde 0 of 1 en de prom was waardeloos. Toen ik een aantal uren later bij het voorlaatste te programmeren adres was aangekomen, schakelde de ijskast in. Dit veroorzaakte kennelijk een piek op het lichtnet waardoor de PROM in één klap waardeloos werd. Het ergste was nog dat Siger met niet meer kon helpen aan het type PROM waarop de hele schakeling was gebaseerd. Wel wist hij me te vertellen dat dit onderdeel te verkrijgen was bij de firma MMI in Breda. Die firma was echter niet bereid om mij een exemplaar op te sturen omdat ze niet aan particulieren leverden. Ook niet nadat ik verteld had dat ik de dubbele prijs vooruit wilde betalen. Weken later heb ik MMI weer gebeld, met het verhaal dat ik een bedrijf had en met een groot project bezig was, wat mogelijk zou resulteren in een afname van duizenden stuks. Prompt kreeg ik 3 gratis testexemplaren toegestuurd.

Als radioamateur leerde ik veel interessante en bijzondere mensen kennen. Ik herinner me een amateur met de call Pa0PT die tijdens een verbinding meerdere malen nadrukkelijk zei dat zijn naam Philip Tulleners was en dat hij 82 jaar oud was. Hij sprak een beetje merkwaardig en het viel mij op dat hij steeds zijn achternaam noemde, hetgeen niet gebruikelijk was tijdens radiocontacten. Toen ik niet reageerde op zijn achternaam, zei hij geïrriteerd “je weet toch zeker wel wie ik ben”. Toen ik ontkennend antwoordde, werd hij kwaad. “Ik begrijp niet hoe jij je licentie hebt gehaald” was zijn reactie. “Tegenwoordig geven ze die papiertjes kennelijk veel te makkelijk weg”. Hij liet me weten dat hij de uitvinder van de Tulleners schakeling was en beëindigde toen snel de verbinding. Achteraf hoorde ik dat Tulleners een belangrijke man was bij Philips, waar hij ooit een oscillator schakeling heeft ontworpen die naar hem is vernoemd. Ook wordt van hem gezegd dat hij de uitvinder is van het bekende kroonsteentje.

Gedurende de tijd dat ik als radioamateur actief was leerde ik nog meer ineteressante mensen kennen. Een van hun was Peter Jelgersma. Op een dag maakte ik verbinding met een radioamateur waarvan het signaal dermate sterk was dat mijn signaalmeter bijna krom in de hoek lag. Het bleek een amateur te zijn die niet ver van mij vandaan woonde. Ik weet niet meer waar het gesprek over ging, maar op enig moment stelde hij voor dat ik maar een keer bij hem langs moest komen. Hij gaf me zijn adres en zijn woning bleek op de doorgaande weg van Harmelen naar Woerden te liggen. Enkele kilometers bij mij vandaan. Ik had enige moeite om de woning te vinden want ik kon het huisnummer zo snel niet vinden. Een stukje van de weg af zag ik een kolosale witte villa liggen met een Porsche op de oprit. Na er eerst een paar keer voorbij te zijn gereden heb ik toch maar de gok gewaagd en ben ik de lange oprit op gereden. Jelgersma begroette mij hartelijk en liet mijn zijn indrukwekkende shack (tegenwoordig noemt men dat mancave) zien. De ruimte stond vol met hoogwaardige dure apparatuur. Achter het huis stond een hoge antennemast. Jelgersma vertelde mij dat hij zijn geld verdiende als adviseur van Centrale Antennesystemen. Later hoorde ik van iemand dat hij naast de vergoeding die hij van Gemeentes voor zijn adviezen kreeg, hij nog het meeste verdiende doordat hij provisie kreeg van de bedrijven wiens apparatuur hij adviseerde.

Een jaar na onze eerste ontmoeting kwam ik Jelgersma weer tegen bij de firma Schaart in Katwijk. ik was daar om een antennetuner te kopen voor mijn Kenwood TS 520 lijn. Schaart had de tuner op de toonbank gezet en liep evn naar achteren om een amphenol plug voor mij uit het magazijn te halen. Op dat moment kwam Jelgersma binnen en trok de tuner naar zich toe. “Dat is nu precies wat ik zoek” zie hij. Toen ik hem vertelde dat ik hem al gekocht had en dat dit het laatste exemplaar was dat er in voorraad was, begon hij tegen de inmiddels weer in de zaak gekomen Schaart hoog van de toren de blazen. Hij vond dat hij er meer recht op had dan ik omdat hij grote klant bij Schaart was. Toen Schaart hem probeerde uit te leggen dat het zo niet werkte liep hij de zaak uit, roepend dat ze hem nooit meer zouden zien.

Een andere markante radioamateur was dr. ir. Henk Kivits. In 1980 richtte hij telecombedrijf Intercai op. Dat bedrijf lag naast het bekende hotel Riche in Geleen en viel op door een megagrote satellietschool die aan de voorkant van het pand was opgesteld. Na mijn verhuizing naar Einighausen ben ik lid geworden van de Veron afdeling Zuid-limburg. Die vereniging organiseerde in 1981 een open dag waar Henk Kivits een demonstratie gaf van amateur televisie. De beelden die hij vertoonde van een Russische televisiezender maakte grote indruk.

QSL kaarten

Een QSL-kaart is een briefkaart die gebruikt wordt door zendamateurs als schriftelijk bewijs dat een bepaalde verbinding heeft plaatsgevonden tussen twee stations. Onderstaand een willekeurig drietal aantal van mijn verzameling:

Cinus Woering

Een bijzondere zendamateur was Cinus Woering, Pa0CWR. Cinus was de goeroe van de knutselende amateurs. Als je problemen had tijdens het bouwen van een zender, ontvanger of randapparatuur dan kon je altijd bij hem terecht. Tijdens de wekelijkse “Utrechtse ronde” die iedere zondagmorgen op frequentie 145.725 Mhz werd gehouden, werd Cinus veelvuldig door mensen aangeroepen die allemaal iets wilde vragen.

Cinus Woering

Ik herinner me dat ik een keer bij hem in zijn auto zat, toen op het dashboard een led begon te knipperen terwijl gelijktijdig een doordringend piepgeluid klonk. Cinus haalde zijn voet van het gaspedaal en mompelde iets wat leek op “oppassen radarcontrole”. Tegenwoordig zal niemand vreemd opkijken van zo’n gadget, maar begin jaren 70 was dit revolutionair. Cinus bleek de detectie schakeling zelf te hebben gebouwd. Toen ik zei dat ik dat erg knap vond, zei hij dat dit voor hem wel mee viel. Hij was ontwerper bij Gatsometer in Amersfoort, waar radarapparatuur wordt ontworpen en gebouwd. “Als je weet hoe die dingen werken, dan kun je ook wel iets verzinnen waarmee die spullen gedetecteerd kunnen  worden” aldus Cinus. Ik vroeg hem gretig of ik het schema van de schakeling kon hebben. “Dat krijgt niemand, ik wil mijn baan niet kwijt”, antwoordde Cinus.

Cinus. die kort na zijn 65ste verjaardag op 25 november 2017 is overleden was een rustig en aimabel man. Hij stond bekend om zijn grote kennis op het gebied van radiotechniek en electronica. Daarnaast hield hij zich ook bezig met wijn maken, bierbrouwen, schieten en modelvliegen. Ook op het gebied van morsecode was hij een uitblinker.

Via oude radio naar beste vriend

In mijn jeugdjaren had ik de gewoonte om allerlei dingen uit elkaar te draaien. Zo ook een Philips radio uit de tweede wereloorlog die mijn vader op punten die mijnwerkers konden sparen tijdens de tweede wereldoorlog had gekocht. Ik had de onderdelen zorgvuldig uit de radio gesloopt maar kennelijk geen zin meer gehad om de radio weer in elkaar te zetten. Meer dan 15 jaar later vroeg mijn vader me of ik nog interesse in de radio had. Ik was toen al gelicentieerd radio amateur en wilde de radio uiteraard graag hebben. Hij zou de radio bij zijn eertsvolgende bezoek meebrengen. Sinds mijn trouwen zag ik mijn oudere maar 1 of 2 keer per jaar. Het was voor mijn ouders een hele reis met trein en bus. Uiteindelijk bracht hij de radio mee. Hij had hem samen met alle losse onderdelen in een plastic draagtas gestopt. Toen ik alles weer in elkaar gezet had bleek ik één radiobuis te missen. Volgens bevriend radioamateur Pim uit Vleuten betrof het een gelijkrichterbuis met de typeaanduiding UY1N. Volgens Pim was de radio nog wel aan spelen te krijgen door middel van een schakeling die de buis zou kunnen vervangen. Nadat hij deze gebouwd en geinstalleerd had speelde de radio inderdaad weer. Desondanks nam ik me voor om de ontbrekende buis te gaan zoeken zodat de radio weer origineel was. Dat was in de jaren 70 van de vorige eeuw nog een hele klus. Internet bestond nog niet en ik wist niet waar ik mijn zoektocht moest beginnen. Een radiozaak in Utrecht verwees me naar een winkel in Amersfoort. Bellen moest ik vanuit een telefooncel want thuis had ik nog geen telefoon. Als iemand je wat lang liet wachten waren vaak de muntjes op en werd de verbinding verbroken. De radiozaak in Amersfoort bleek de buis ook niet te hebben maar gaf me een tip om eens te proberen bij een onderdelenzaak in Friesland waarvan ik het telefoonnummer kreeg. Daar vertelde ze me dat ze de buis niet hadden maar mogelijk wel iemand wisten die hem wel zou kunnen hebben. De man zei erbij dat als die hem niet heeft dan hoef je ook niet meer verder te zoeken want dan heeft niemand hem meer. Hij verwees me naar een radioamateur in Harmelen. Ik dacht dat hij me in de maling nam omdat ik ook in Harmelen woonde. Ik vertelde hem dat dit onmogelijk was omdat er maar 2 gelicentieerde radioamateurs in Harmelen waren, ikzelf en Siger Mulder (PA0SLM) waarvan ik wist dat die de buis ook niet had. De Fries verzekerde mij dat er in Harmelen een radioamateur woonde die oude radiobuizen verzamelde. Gelukkig bestond er een zogenaamd callbook waarin alle radioamateurs met vergunning waren opgenomen. Na uren in het boek te hebben gezocht kwam ik inderdaad bij een radioamateur uit die op het adres Indijk 16 in Harmelen woonde. Hij was geregistreerd met de call PA0MIA. Ik belde op dat adres aan en vroeg aan de man die de deur opende of hij radioamateur was . Hij bevestigde dat. Ik vroeg hem hoe het mogelijk was dat ik hem nooit had gehoord en waarom ik geen antenne op zijn dak zag. Hij vertelde me dat hij eigenlijk nooit actief was met zijn zender. De antenne zou hij me even laten zien. Hij stelde zich voor als Cees van Tilburg en vroeg me om even mee te komen naar zijn hobbyruimte. Radioamteurs noemen zo’n ruimte shack. Die bevond zich in de garage achter in zijn tuin. In de tuin stond de antenne. Een 3 delige uitschuifbare constructie die in de hoogste stand een paar meter boven het het dak zou uitkomen. Ik de garage aangekomen ging Cees op zoek naar de door mij gezochte UY1N buis. Die bleek hij wonderwel te hebben. Na enig aandringen wilde hij me de buis wel verkopen. Verder toonde hij me nog vol trots zijn fraaie zendapparatuur en een kleine draaibank. Toen ik vroeg waarom hij zijn zender nooit gebruikte vertelde Cees me dat dit niet zo zijn ding was. Vooral ook omdat veel gesprekken in het engels werden gevoerd. We spraken af dat ik een keer zijn apparatuur zou komen gebruiken. Dat gebeurde een paar weken later waarbij ook zijn zoons Peter en Jeroen aanwezig waren. 
Vanaf die tijd kwam ik vaker bij de familie van Tilburg over de vloer. Cees had 4 zonen waarvan er een in mijn leeftijd was. Cees en zijn vrouw Mia waren oorspronkelijk afkomstig uit Brabant. Het was een warm gezin waarin me al snel thuis voelde. We raakten goed bevriend en op enig moment beschouwde ik ze zelfs als mijn ouders. Door de afstand en het feit data we toen nog geen telefoon hadden miste ik mijn eigen ouders erg. Cees was een vaderfiguur voor me. Zeker is de tijd dat ik overspannen raakte. Hij kwam altijd rustgevend over en had een aantal lijfspreuken waaronder “tob niet, alles komt toch anders” en “de mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest”.

Wonderlijk dat de buis waarvoor ik het hele land had afgezocht op loopafstand van mijn huis gevonden werd en vooral ook bijzonder dat ik aan de zoektocht mijn beste vriend overhield.

Cees van Tilburg

 

2025 Herintreder of niet ?


Bij de aankoop van mijn huis is Limburg in 1978 las ik in de koopakte van mijn nieuwbouwwoning dat het verboden was om een antenne te plaatsen. De reden hiervan was voor de hand liggend. Mijn woning maakte deel uit van een nieuwbouwproject bestaande uit een 9 tal woningen die allemaal aangesloten waren op een Centrale Antenne Installatie (CAI). Ik protesteetde tegen de tekst en merkte bij de notaris op dat ik ardioamateur was en een antenne wilde plaatsen voor de radioamateur banden. De notaris reageerde laconiet met de opmerking “dan teken je toch niet, ik ga die tekst niet veranderen” Uiteindelijk heb ik aan de schoorsteen een daardantenne voor de HF banden bevestigd: 2 draden van ca, 12 meter lang die naar een 2 pqalen aan het einde van de achtertuin liepen. Ik weet niet meer welke antenne ik voor de 2 meterband gebruikte. Mijn11 elements Yagi had ik al voor de verhuzing verkocht. Voor zover ik me herinner heb ik na mijn verhuizing een 5 elements qubical quad antenne gekocht, maar die is nooit uit verpakking gekomen. De draadantenne voor de HF banden was geen succes. Ik gebruikte een bij mijn Kenwoord TS 520 bijbehorende tuner maar die oplossing zorgde ervoor dat ik bonje kreeg met mijn buurman.  De man stond op een zondagmorgen briessend voor mijn deur en vertelde mijn dat ik storing veroorzaakte op zijn zojuist nieuw aangeschafte stereo apparatuur. Mijn voorstel om de storing proberen op te lossen met een ferroxcube ring rond zijn luidsprekerdraden sloeg hij af. Ik probeerde nog tot een compromis te komen. Als ik op zondagmorgen 2 uurjes mijn gang zou kunnen gaan, dan zou hij de rest vqn de week radio kunnen luisteren. Dat weigerde hij en dreigde met de opmerking dat hij de PTT zou bellen om een klacht in te dienen. Ik was hem voor en besloor daags erna contact op te nemen met de Radio Controle Dienst van de PTT. Toen ik ze mijn voorstel vetelde zei de ambtenaar “je lijkt wel gek, je gaat jezelf toch geen zendtijdbeperking opleggen. Daar zijn wij voor” Hij informeerde naar de naam van mijn buurman en zei dat die dan maar met hun contact op zou moeten nemen. Hij has geverifieerd of ik over een geldige machtiging beswchikte en zag dat mijn zenders goedgekeurd waren. 

Door tijdgebrek en mede door de bonje met de buurman ben ik uiteindelijk gestopt met de hobby. De Kenwood lijn heb ik volgens mij verkocht door het plaatsen van een advertentie, de Icom IC 211 en de quad antenne heb ik bij een electronicazaak in Berg en Terblijt geruild tegen een Icom portofoon. Daar heb ik nog een poosje plezier van gehad doordat het apparaat via een houder in mijn auto te gebruiken was en doordat in Schimmert een prima werkende repeater stond. 

45 jaar na dato vond ik de ICOM W2A portofoon terug. Gelukkig had ik er indertijd een houder voor penlite accu’s bijgekocht waardoor ik hem nog kon gebruiken.

ICOM W2A portofoon

Toen ik de portofoon na lange tijd weer een inschakelde hoorde ik meteen een gesprek op de 70 cm band. Het signaal was erg sterk en ik had de indruk dat de verbinding via een repeater liep. Ik heb even geprobeerd om in het gesprek in te breken, maar wist niet meer hoe de repeater shift moet worden ingesteld. Gelukkig beschik ik nog over de handleiding. Wat ik me echter realiseerde is dat ik jaren geleden mijn machtiging heb ingeleverd. Ik vraag me af of ik nu op nieuw examen moet doen. Ik ben dan ook van plan om op zoek te gaan naar iemand die me bij kan praten. Niet alleen wat de machtiging betreft maar ook op het gebied van de nieuwe technische ontwikkelingen. Vroeger kende ik de frequenties van alle 2 meter repeaters uit mijn hoofd. Nu vraag ik me af of ze nog bestaan. Ik heb me aangemeld op de website www.zendamateur.com en hoop op die site mensen tegen te komen die mijn vele vragen kunnen beantwoorden. Kunt u mij helpen? Reageer dan op dit artikel.

Klik hier om door te gaan naar de volgende pagina
klik hier om terug te keren naar de inhoudsopgave

1 reactie op “Radiozendamateurisme”

  1. antonetta goossens

    Dank je voor je verhaal. Mijn overleden vriend was zendamateur en ik begreep zijn enthousiasme niet zo. Uw verhaal zo te lezen ontroert mij wel. Ik weet nog dat hij voor zijn dochters 2 portofoons had gekocht zodat ze in de tuin met elkaar konden praten op afstand. Dit werkte niet zo goed en ze gingen snel stuk. Nu raak ik n beetje meer geïnteresseerd eigenlijk

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.