Met oom Juup naar Luik

Oom Juup woonde op de Heerlerbaan in het Hambeukerboord. Hij was een buitenbeentje in de familie. Hij maakte in zijn jonge jaren voor die tijd verre reizen. Ik heb oude foto’s van hem gevonden waar hij met zijn fiets voor een  etalage met Franstalig opschrift staat en een foto met Rome op de achtergrond. Daarnaast speelde hij in een toneelvereniging. Mijn vader ging zelden op visite bij zijn broers en des te leuker was het als we er een keer kwamen. Zoon Leo van oom Juup, mijn 10 jaar oudere neef, had een groot aquarium, waar een roodgeverfde lamp boven hing. Ik was van beide onder de indruk. Toen we naar huis gingen kreeg ik de rode lamp en een klein aquarium mee. Ik was de koning te rijk. Voor in het aquarium stopte Leo nog wat visjes in een met water gevulde plastic zak, een paar guppies en een paar fel gekleurde visjes waar ik de naam van vergeten ben.  Verder nog een vuistgrote kei met gaten en een zakje met zand. Ik kreeg uitgebreide instructies over hoe ik het aquarium moest inrichten en onderhouden. In bus naar huis zat ik apetrots met het aquarium op de schoot, terwijl mijn vader probeerde om de plastic zak met de visjes heel te houden.

Diezelfde avond beloofde oom Juup mij dat ik met hem en zijn zoon John een keer met de boot naar Luik mocht. Een paar maanden later stond hij inderdaad een keer in alle vroegte voor de deur. Ik weet niet meer hoe laat het precies was, maar het moet wel erg vroeg zijn geweest want de boten van rederij Stiphout vertrokken altijd erg vroeg richting Luik. Na het passeren van de sluis bij Ternaaien zijn we onder in de boot gaan zitten. Oom Juup bestelde 3 flesjes limonade en haalde een pakje sigaretten uit zijn zak. Hij bood neef John, die een jaar ouder was dan ik, een sigaret aan en vroeg aan mij of ik ook een sigaret wilde. Ik was 14 jaar en had stiekem ooit eerder een sigaret gerookt, maar daar was ik behoorlijk misselijk van geworden. Ik zei tegen oom Juup dat ik van mijn vader nog niet mocht roken. “Dat hoeft je vader niet te weten” was zijn antwoord en duwde de sigaret in mijn handen.

Eerste sigaret

De eerste stiekeme sigaret die ik rookte zal ik niet snel vergeten. Ik was met een vriendje met de fiets onderweg op zoek naar een plek waar we ongezien de door mijn vriend gebietste sigaretten konden roken. We kozen voor de Maarweg, een veldweg tussen korenvelden die Terwinselen met de Heerlerbaan verbond. Vlak nadat we de sigaret hadden opgestoken merkte mijn vriend op dat even verderop  een man op de grond zat. Hij zat op zijn hurken naast zijn fiets. Toen we iets korter bij kwamen riep mijn vriend “dat is jouw vader”. Even dacht ik dat hij een grapje maakte, maar al snel zag ik dat hij gelijk had. Ik schrok me halfdood en gooide de sigaret snel weg. Tot mijn verbazing stapte mijn vader op zijn fiets en reed weg. Mij in verwarring achterlatend. Ik vroeg me af waarom hij daar zat. Een maand later werd het mij duidelijk. Mijn vader werd toen met spoed in het ziekenhuis opgenomen met ernstige maagzweren. Er werd driekwart van zijn maag verwijderd. De maanden daaraan voorafgaand schijnt hij flinke pijnaanvallen te hebben gehad waarover hij nooit iemand had verteld. Zijn collega mijnwerkers schijnen hem ook wel eens aangetroffen te hebben terwijl hij ineengedoken op de grond zat.

Klik hier voor de volgende pagina
Klik hier om terug te keren naar de inhoudsopgave